- blad nr 16
- 24-9-2008
- auteur R. Sikkes
- Redactioneel
Onderwijs raakt verder achterop
Na een kleine plus weer een dipje. De Nederlandse onderwijsinvesteringen zijn in 2005 iets gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor, van 5,1 procent van het bruto nationaal product (bnp) naar 5 procent. Het jaar daarvoor was er een lichte stijging. Gemiddeld geven de rijke industrielanden van de Oeso 5,8 procent van het bnp uit aan onderwijs. Nederland raakt dus weer iets meer achterop. Verder is de werkdruk in Nederland hoog: leraren geven veel lessen binnen hun werktijd.
Engeland zet zijn massieve onderwijsinvesteringen voort. In 2001 haalden de Britten Nederland in en stegen in 2004 opnieuw van 5,9 in 2004 naar 6,2 procent van het bnp in 2005. De ambitie van Labour is om uiteindelijk 10 procent van het bnp in onderwijs te steken.
Door de enorme onderwijsinvesteringen in Groot-Brittannië gaat ook het gemiddelde voor de Europese Unie omhoog. Terwijl veel landen, waaronder Nederland, in 2005 hun onderwijsuitgaven niet hebben laten meegroeien met de snel toenemende welvaart in dat jaar.
De cijfers voor 2005 komen uit het jaarlijkse Oeso-rapport Education at a glance, dat vandaag is verschenen. In het rapport worden de onderwijssystemen van de deelnemende landen met elkaar vergeleken. Daaruit wordt ook duidelijk dat in vrijwel alle landen ongeveer 38 weken les wordt gegeven in basis- en voortgezet onderwijs. Alleen Mexico en Denemarken steken daar met 42 weken fors bovenuit. Het Nederlands basisonderwijs zit met 40 weken ook hoog. In het voortgezet onderwijs zit Nederland met 37 weken op het internationale gemiddelde.
In die 37 of 40 weken krijgen Nederlandse kinderen wel veel meer instructie. Samen met Australië, Mexico, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten zit Nederland in de kopgroep van aantal lesuren per week. Samen met de gegevens over het aantal uren dat leraren in dienst zijn, wordt duidelijk dat de ‘werkdrukfactor’ die de AOb berekent ver boven het gemiddelde van de Oeso-landen ligt. Dat betekent dat Nederlandse docenten in basis- en voortgezet onderwijs relatief weinig tijd krijgen voor voorbereiding, nakijken en professionalisering.
Ga naar pagina 12 voor een uitgebreid artikel over werkdruk in het voortgezet onderwijs.
{tabel 1}
Investeringen in onderwijs
2005 2004 +/-
Oeso-gemiddelde 5,8% 5,8% =
EU-gemiddelde 5,5% 5,4% +0,1%
Nederland 5,0% 5,1% -0,1%
Groot-Brittannië 6,2% 5,9% +0,3%
België 6,1% 6,0% -0,1%
Denemarken 7,2% 7,0% +0,2%
Finland 6,0% 6,1% -0,1%
Duitsland 5,1% 5,0% -0,1%
Verenigde Staten 7,1% 7,4% -0,3%
Bron: Oeso - Education at a glance 2008
{tabel 2}
Werkdruk in het onderwijs
lesuren werktijd werkdrukfator*
Oeso-basisonderwijs 812 1662 0,48
Nederland basisonderwijs 930 1659 0,56
Denemarken basisonderwijs 648 1680 0,39
Korea basisonderwijs 802 1554 0,52
Oeso-onderbouw vo 717 1651 0,43
Nederland onderbouw vo 750 1659 0,45
Denemarken onderbouw vo 648 1680 0,39
Korea onderbouw vo 548 1554 0,35
Oeso-bovenbouw vo 667 1654 0,40
Nederland bovenbouw vo 750 1659 0,45
Denemarken bovenbouw vo 364 1680 0,22
Korea onderbouw vo 552 1554 0,36
Bron: Oeso – Education at a glance
*Berekening AOb: lesuren gedeeld door werktijd